‘Waarom zou ik me schamen? Ik werk toch gewoon!’
WerkBedrijf Rijk van Nijmegen bemiddelt, ontwikkelt en begeleidt mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Daarbij is WerkBedrijf onder meer werkgever van ongeveer 1700 SW-medewerkers. De meerderheid daarvan is extern gedetacheerd, zowel individueel als in groepen, bij een scala aan bedrijven. Een kleiner deel werkt ‘binnen’ bij WerkBedrijf.
SW-medewerkers zijn allemaal unieke personen met ieder hun eigen mogelijkheden. En dat er soms meer mogelijk is, dan zelf gedacht, bewijst Luciën Hafner. Vanwege lichamelijke en psychische beperkingen kreeg hij jaren geleden een Wsw-indicatie (Wet sociale werkvoorziening). Nu heeft hij een veelzijdige administratieve baan bij WerkBedrijf. We spraken hem over vooroordelen, kansen en mogelijkheden.
Kansen grijpen
Luciën (52) kampt al sinds zijn jeugd met rug- en heupklachten. Na een niet afgeronde LTS-opleiding en verschillende baantjes kreeg hij op zijn 25e een Wsw-indicatie. Via Breed (nu WerkBedrijf) kwam hij terecht in de techniek. Dat vond hij leuk om te doen, maar als er andere kansen op zijn pad kwamen, greep hij die met beide handen aan. Zo werkte hij als conciërge, als beheerder van een wijkcentrum, op een facilitaire afdeling en in een magazijn. Luciën vertelt: “Ik hou van afwisseling en uitdaging. Terwijl het niet altijd makkelijk is om ergens nieuw te beginnen. Door mijn beperking is dat extra lastig. Maar ik wil die uitdaging toch iedere keer weer aangaan.”
Net als ieder ander
Eind 2017 kwam zo’n nieuwe uitdaging in de vorm van een functie op de afdeling Administratie bij WerkBedrijf. “Ik beantwoord de telefoon, verwerk inkomende mail en doe nog allerlei administratieve taken. Het is leuk werk en ik heb fijne collega’s. Er zijn leuke en minder leuke telefoongesprekken, dat laatste omdat mensen het er soms niet mee eens zijn dat ze zijn aangemeld bij WerkBedrijf. Je moet ook tijdens een moeilijk gesprek netjes en vriendelijk blijven tegen bellers, hoe vervelend ze ook tegen jou doen. Maar ook dat gaat me goed af. Ik zorg dat ik tussendoor genoeg beweeg, dan is het lichamelijk prima vol te houden. Verder ben ik net als iedereen. Oké, misschien kan ik soms wat heftiger reageren als er iets is voorgevallen. En laat ik dat wat moeilijker los. Maar mijn leidinggevende en collega’s kennen me en weten hoe ze daarmee om moeten gaan.”
Afwisseling en doorzetten
Luciën: ”Ik zie om me heen, dat veel SW-collega’s bang zijn om over te stappen naar ander werk. Misschien bang voor het onbekende, nu weten ze wat ze hebben. Maar het is wel jammer. Want ik denk dat afwisseling voor veel mensen goed zou zijn. Vroeger had ik nooit kunnen bedenken dat ik dit werk aan zou kunnen. Ik ben er ook altijd open over geweest dat ik in de SW zit. En eigenlijk heb ik daar nooit vervelende reacties op gehad. Het is ook maar hoe je er zelf mee omgaat. Waarom zou ik me schamen? Ik zou me pas schamen als ik thuis ging zitten en mijn hand zou ophouden, terwijl ik gewoon kan werken. Dat wil niet zeggen dat het altijd makkelijk is natuurlijk. Ook ik heb wel eens een slechte dag. Wat me daar doorheen helpt ? Mijn doorzettingsvermogen. Ik wil dat het lukt! Ook als ik een slechte dag heb, zullen mensen dat niet snel merken. Soms moet je ergens doorheen bijten.”
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) regelt dat arbeidsgehandicapten, die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen uitsluitend in staat zijn onder aangepaste omstandigheden arbeid te verrichten, kunnen werken op een zo regulier mogelijke en op hun individuele mogelijkheden aangepaste arbeidsplek. Sinds 1 januari 2015 kunnen er, vanwege de invoering van de Participatiewet, geen mensen meer instromen in de Wsw. De Participatiewet vervangt de Wet Werk en Bijstand, de Wsw en een groot deel van de Wajong